1830

Tim, bedankt voor het meenemen van het spel en het wegwijs maken in de regels! Twee mooie partijen.

Vrijdag weer?

Bij deze een verslag van de partij 1830 van de afgelopen vrijdagavond. Dit vooral omdat wij vieren, Rudolf, Jonathan, Martijn en ik allemaal een verschillende tactiek toepasten.

De private company biedronde verliep snel en zonder heel veel verrassingen. Rudolf verzilverde weer zijn bod op de B&O en kreeg de Schuylkil erbij. Jonathan bood als enige op de Chaplain & ST. Lawrence en won een biedoorlogje met mij voor de D&H voor 150. Martijn kreeg de C&A voor 200 en ik de D&H voor 75.

In de eerste aandelenronde werden de verschillen in tactieken al zichtbaar. Jonathan opende de PRR op (PAR)67, terwijl Rudolf de B&O verder opkocht voor (PAR)100. Martijn ging voor een dividendstrategie door geen bedrijf te beginnen, maar door aandelen van anderen te kopen. Door zijn investeringen gingen de gekozen bedrijven snel ‘floating’. Dit gold dus ook voor mijn C&O (PAR)67. Ook kocht ik mij de eerste 20% van de NYC (PAR)67.

Tijdens de 2e aandelenronde werd de NYC geactiveerd, meer geld was er niet onder de spelers.

De eerste bedrijfsronden gingen zoals verwacht. De C&O bouwde naar Columbus en de Gulf, om vrij snel met 10 per aandeel te draaien. De PRR bouwde oost en west, maar kon niet meteen het Lancaster station ten noordoosten van Baltimore bouwen. Dit werd veroorzaakt door het openen van NYC, dat de laatste gele stationstegel gebruikte om te openen. De PRR blokkeerde in plaats daarvan in eerste instantie de lijn Baltimore Chicago en bouwde richting Erie. De B&O bouwde naar het zuiden en later richting Atlantic City. (de grijze kleine stad ten oosten van Baltimore, aan de kust) De B&O was iets langzamer met het kopen van treinen, maar zou een beurt later ook gewoon voor 10 of 14 per aandeel koersen.

Met het beschikbaar worden van de groene tegels en de 3 treinen werden de strategieën op het bord duidelijker. Jonathan ging voor een combinatie van PRR en de ERIE. De ERIE in het bijzonder parkeerde tokens op Lancaster en het station ten westen van de PRR beginstek (Pittsburgh). Via het open Columbus kon zo uiteindelijk het merengebied, Baltimore en Chicago aangedaan worden. Rudolf kocht met B&O de C&A over en kon zo gaan werken naar Philadelphia, ten zuiden van New York. Ikzelf maakte met de groene tegels aansluiting op Lancaster en plaatste daar een C&O token, dat prompt door Jonathan werd afgesneden met de combinatie PRR en ERIE. (op Pittsburgh dus) Belangrijker was dat ik met NYC bij Newwark, het zuidelijke New York station kon komen, en een token zo kon plaatsen dat NYC vanuit het zuiden permanent afgesloten was. Verder ging ik met NYC, zodra de omzet ongeveer 20 per aandeel was, dividend inhouden om treinen voor de C&O te kopen.

Behalve de ERIE (PAR)90 werd ook de NNH ((PAR)100 door mij) geopend. In deze fase maakte ik wat kleine trein-overkoopfouten met mijn bedrijven, maar dat was niet heel erg. Rudolf hield in deze fase twee keer winsten in met de B&O om een 5 trein te kopen. (de introductie van de 4 treinen leidde niet tot grote verschillen) Dit was voor Martijn het teken om zijn aandelen B&O te dumpen. Maar nu de B&O was toegerust met een 4 en een 5 trein zou het 30+ per aandeel gaan draaien, goed geld waar Martijn dus niet van kon profiteren.

De introductie van de 5 trein markeerde mijn eerste serieuze blunder. Ik had met de NYC alle dichtbij New York gelegen stations getokend, en had met NNH ook Scranton (ten westen van New York) afgedekt. Ik had nu met de C&O via Lancaster de tegel waar Philadelphia ligt zo moeten opwaarderen dat New York zuid via een bocht terug naar Scranton zou lopen. In plaats daarvan deed ik een nutteloze upgrade van Columbus. De bruine tegel die toen door B&O gelegd werd verbond New York zuid wel met Baltimore, maar alleen de NYC (en niet de NNH) kon daarvan profiteren. Ik kon wel mijn niet-dividend-uitkeren strategie met de NYC verzilveren door de eerste 6 trein te kopen. Jonathan kocht voor ERIE uiteindelijk de tweede 6 trein, maar liet PRR als een lege huls achter.

Hoewel het nu half 12 geweest was besloten we toch door te zetten om te zien of enkele laatste-termijnplannen van mij en Jonathan het spel nog zou kunnen besluiten. Ikzelf pompte 600 in de B&M (mijn 4e maatschappij!) om het kapitaal van die maatschappij te gebruiken voor een D trein. Jonathan handelde wat doortastender. Hij dumpte de PRR bij Martijn en deed mee met de B&M, om vervolgens alle door hem gekochte aandelen (50%) te dumpen voor het bedrag waarvoor hij ze gekocht had, zonder verlies dus! De 500 die hij zo tergu kreeg verdwenen in de CPR. Ik kon dit niet bij hem doen omdat ik over mijn certificatenlimiet zou komen.

In de laatste 3 bedrijfsrondes maakte ik mijn laatste fout door met de B&M de D trein te kopen. Ik had in plaats daarvan voor 900+ de 5 of 6 trein van één van mijn New York maatschappijen moeten kopen. Ik herhaalde deze fout met de C&O. Zo eindigden twee D treinen en ongeveer 600 van mijn eigen geld bij twee bedrijven die er niet zoveel mee konden, terwijl mijn beide New Yorkers met een 5 of 6 trein tuften. Qua dividend alleen al scheelde dit mij enorm. Rudolf fietste het spel in dit stadium uit met een 5 trein voor Baltimore, en het feit dat zijn investering toch wel in waarde stijgt. Jonathan kreeg uiteindelijk een D trein en ik geloof een 5 trein in de ERIE en verdiende bijna 50 per aandeel. Martijn kon wel een D trein ophoesten uit eigen zak, maar voor zijn eindscore zou dit funest zijn. Bovendien had de PRR niet zoeel goede tokens als de ERIE, dus was die D trein net zo goed geweest als een 6 trein.

Met half 1 op de klok besloten we te tellen. We kwamen op de volgende stand uit:

Rudolf 4.984
Tim 4.743
Jonathan 4.526
Martijn 3.549

De partij was vooral interessant vanwege de 4 strategieen van de spelers. Rudolf ging weer voor zijn Baltimore-lange-ademtactiek. Dit leverde hem uiteindelijk 1.800 aandelenwaarde B&O en ruim 2.000 cash op. Jonathan’s ERIE was een groot succes, maar hij hield zijn aandelenportfolio ook keurig winstgevend. Met een cash van 1.761, 1.080 voor ERIE en bijvoorbeeld 672 voor CPN telt dat aardig aan.

Door de NYC te gebruiken als een melkkoe kon ik de C&O van 67 weer op 350 krijgen. Dit leverde mij uiteindelijk 1.750 op in waarde. Met NNH op 800, B&O op 600 en 1.173 in cash deed ik goede zaken. Maar met een beter treinenmanagement had er meer cash ingezeten.

Martijn’s Swiss Bank aanpak was in het begin een goede, toen hij grossierde in cash. Maar hij was uiteindelijk kwetsbaar voor dumppraktijken en dit kostte hem 1.100 in cash. Tel dat eens op bij zijn huidige score en je hebt iemand die mee doet voor de hoofdprijs.

Al met al een mooie en leerzame partij voor iedereen!


P.S.

Tel nooit om 1 uur in de nacht een score van spelers, want op die manier heb ik mij beroofd van de overwinning. Ik had de waarde van mijn B&M aandelen van iets meer dan 300 opgeteld bij Martijn’s score, in plaats van bij mijn totaal. Wordt die ongeveer 300 opgeteld bij mijn score, dan zou ik de winnaar zijn geweest. Dat komt nog wel een keer.